31 augustus 2020
De coronamaatregelen hebben nog steeds veel impact op de economie en per 1 oktober 2020 lopen de huidige steunmaatregelen ten einde. Daarom komt het kabinet met een steun- en herstelpakket voor ondernemers en werkenden, dat volgt op de twee eerdere noodpakketten. Het nieuwe pakket loopt tot in 2021 en is gestoeld op drie pijlers: steun, helpen aanpassen en investeren.
Het kabinet verlengt vanaf 1 oktober 2020 diverse lopende steunmaatregelen. De voorwaarden daarvan worden aangepast, de vergoedingen worden lager maar de looptijd is langer, zodat ze meer zijn gericht op de langere termijn. Het kabinet neemt bovendien nieuwe maatregelen om bedrijven te stimuleren om meer te investeren in economische groei. Ook zet het kabinet extra middelen in om mensen via scholing en begeleiding te helpen bij het vinden van ander werk.
De maatregelen in dit pakket beslaan rond de 11 miljard euro aan extra uitgaven en 1,5 miljard euro aan vervroegde investeringen. Dit staat los van de kabinetsinvesteringen op Prinsjesdag.
NOW (tegemoetkoming loonkosten)
De regeling wordt met negen maanden verlengd, met drie keer drie maanden. Dit betekent dat de NOW doorloopt tot en met juni 2021. In die periode wordt de NOW 3.0 geleidelijk afgebouwd, zodat ondernemers en werkenden tijd en ruimte hebben om zich aan te passen. De afbouw is als volgt:
Oktober t/m december 2020 => minimaal omzetverlies 20% => maximale compensatie 80%.
Januari t/m maart 2021 => minimaal omzetverlies 30% => maximale compensatie 70%.
April t/m juni 2021 => minimaal omzetverlies 40% => maximale compensatie 60%.
Het kabinet heeft aangegeven dat werkgevers hun loonsom gedeeltelijk kunnen verlagen, zonder dat dit gevolgen heeft voor de tegemoetkoming ingevolge de NOW 3.0. In de eerste periode van drie maanden (oktober t/m december 2020) mag de loonsom 10% dalen, in de tweede periode (januari t/m maart 2021) mag dit 15% zijn en in de derde periode (april t/m juni) 20%. De reden van de loonsomdaling is voor de NOW 3.0 niet van belang. Dit kan het gevolg zijn van ontslagen of bijvoorbeeld door afspraken over het vrijwillig inleveren van salaris. Het is nog onduidelijk welke korting op de tegemoetkoming volgt als genoemde percentages worden overschreden.
Het kabinet streeft ernaar om de aanvraag voor de NOW 3.0 op 16 november 2020 te laten starten.
Tozo (inkomensondersteuning zelfstandigen)
Deze regeling wordt ook negen maanden verlengd, tot en met 30 juni 2021, en kent naast de inkomenstoets partner (het inkomen van de partner telt mee) ook een toets op beschikbare geldmiddelen (vermogenstoets). Ondernemers die meer dan 46.520 euro aan direct beschikbare geldmiddelen bezitten, komen niet langer voor de Tozo in aanmerking. De regeling is aan te vragen tussen 1 oktober 2020 en 30 juni 2021. Gemeenten bieden vanaf 1 januari 2021 extra dienstverlening aan zelfstandig ondernemers, zoals bij- of omscholing en heroriëntatie.
TVL (tegemoetkoming vaste lasten mkb)
De belastingvrije tegemoetkoming wordt opnieuw ingezet voor specifieke branches op basis van SBI-code en het maximale bedrag per bedrijf per drie maanden wordt verhoogd naar 90.000 euro. De regeling wordt met drie keer drie maanden verlengd tot en met 30 juni 2021 en in die periode geleidelijk afgebouwd, zodat ondernemers tijd en ruimte hebben om zich aan te passen. De TVL uit het derde steunpakket voor de eerste periode van oktober t/m december 2020 is aan te vragen vanaf 1 oktober 2020 tot en met 29 januari 2021 bij RVO.nl. Voor iedere periode moet apart een aanvraag worden ingediend.
Borgstellingen, leningen en garantiefondsen
De extra, verruimde of meer toegankelijke kredietverlening en -garanties aan kleine en middelgrote bedrijven voor voldoende liquiditeit (BMKB-C, GO-C en KKC) blijven ook na 1 oktober 2020 beschikbaar.
Belastinguitstel tot 1 januari 2021
Ondernemers kunnen tot uiterlijk 1 oktober 2020 uitstel van belasting aanvragen of een verlenging van het uitstel aanvragen. Daarmee loopt voor alle ondernemers het uitstel uiterlijk op 1 januari 2021 af. Op deze manier loopt het bedrag van belasting dat uiteindelijk terugbetaald moet worden, niet onnodig op.
Als de ontwikkeling van het coronavirus met nieuwe of verscherpte maatregelen hier aanleiding toe geeft, kan hier opnieuw naar worden gekeken.
Terugbetalingsregeling en maatwerk
Het kabinet wil niet dat ondernemers alsnog in de knel komen bij het terugbetalen. Daarom komt er een ruime terugbetalingsregeling van twee jaar om de opgebouwde belastingschuld weer af te lossen. Ondernemers krijgen een betalingsregeling aangeboden van de Belastingdienst waarmee ze tot 1 januari 2023 iedere maand een vast bedrag terug betalen.
Als de periode van twee jaar te kort is voor een ondernemer zal de Belastingdienst samen met de ondernemer kijken of een maatwerkoplossing mogelijk is op basis van bestaand beleid. Uiteraard is het ook mogelijk om eerder af te lossen als de ondernemer dit wil.
Verlaging invorderingsrente verlengd, maar belastingrente weer omhoog
Om ondernemers zo min mogelijk met extra kosten te confronteren, zal de tijdelijke verlaging van invorderingsrente naar bijna nul worden verlengd tot en met 31 december 2021. Zo hebben ondernemers de komende tijd vrijwel geen kosten bovenop de belastingschuld die ze aan het aflossen zijn.
De belastingrente gaat per 1 oktober 2020 weer naar 4%, omdat dit een prikkel is om op tijd aangifte te doen. De belastingrente voor de vennootschapsbelasting zal tot 31 december 2021 ook 4% bedragen in plaats van de oorspronkelijke 8%.
Overige maatregelen
Ook een aantal andere belastingmaatregelen die wegens corona genomen zijn, zoals de betaalpauze voor hypotheekverplichtingen, lopen door tot 1 januari 2021.
Daarnaast is een nieuwe maatregel getroffen: werknemers behouden recht op reisaftrek voor ov-kosten voor woon-werkverkeer die zij niet van de werkgever vergoed krijgen, ook al werken zij thuis. Voorwaarde is dat de kosten ongewijzigd zijn gebleven.
Het kabinet neemt ook nieuwe maatregelen gericht op het stimuleren van investeringen en uiteindelijk economische groei. Publieke investeringen in onder meer infrastructuur ter waarde van twee miljard euro worden naar voren gehaald. Het kabinet investeert daarnaast in een nationale scale-up faciliteit (150 miljoen euro) en reserveert 300 miljoen euro om eventueel te kunnen participeren in een beoogd privaat fonds om (middel)grote bedrijven te herkapitaliseren.
Ook stelt het kabinet 150 miljoen euro beschikbaar om het fondsvermogen van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) extra aan te vullen, zodat zij innovatieve mkb-ondernemingen via financiering kunnen versterken. Het kabinet heeft 255 miljoen euro vrijgemaakt voor cofinanciering van EU-programma’s gericht op regionale ontwikkeling, innovatie, duurzaamheid en digitalisering.
Aanvullend sociaal pakket
De komende maanden zullen sommige mensen hun werk kwijtraken en op zoek moeten naar een andere baan. Anderen zullen de overstap willen maken van hun huidige werk naar ander werk met meer toekomstperspectief. Het kabinet wil mensen daarbij helpen. Daarom trekt het kabinet geld uit voor begeleiding bij het vinden van nieuw werk door het UWV en de gemeenten. Ook komt er meer geld vrij voor om- en bijscholing. Daarnaast gaat het kabinet mensen die kwetsbaar zijn in een economische crisis extra ondersteunen, zoals jongeren en mensen in de banenafspraak. Ook wil het kabinet mensen met een hoog risico op armoede en problematische schulden helpen. In totaal trekt het kabinet voor dit aanvullend sociaal pakket ruim 1 miljard euro uit.